Goebel, Franz Jakob (1791-1858)

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search
Franz Jakob Goebel (1791-1858)

Of: Göbel.


Wiskundige, hoogleraar, geboren te Mingolsheim (Groothertogdom Baden) op 16 juli 1791, en overleden in Baden-Baden op 23 augustus 1858.


Biografie

Goebel verloor reeds op jonge leeftijd zijn beide ouders.[1] Door de steun van de plaatselijke pastoor kon hij vanaf 1806 studeren aan het Schulpräparandeninstitut in Baden en daarna aan het Lyceum in Rastadt. In het najaar van 1813 schreef hij zich in aan de universiteit van Heidelberg, waar hij filologie studeerde. Daarnaast legde hij zich ook toe op de wiskunde, mogelijk bij Karl Christian Langsdorf. Gezien zijn moeilijke financiële toestand zag hij zich genoodzaakt ook zelf privé-onderwijs te geven.


In december 1813 ging Goebel in dienst bij het leger van de Groothertog en nam hij deel aan de bevrijdingsstrijd tegen de Franse troepen. Na het beëindigen van de strijd zette hij zijn studie in Heidelberg verder, waar hij op 4 september 1817 promoveerde aan de Filosofische Faculteit. Goebel had erop aangedrongen om zijn examens zo snel mogelijk te kunnen afleggen, aangezien hij een aanbod had gekregen om in Leuven aan de zopas opgerichte Rijksunversiteit te doceren. Bij zijn examens viel echter op dat zijn kennis van de wiskunde wel heel beperkt was. Eén van de examinerende hoogleraren, de filosoof Georg Hegel, verwonderde er zich over dat iemand met een dergelijke beperkte wiskundige kennis zou worden aangesteld als hoogleraar wiskunde en hij verzette zich aanvankelijk tegen de promotie van Goebel.[2] Uiteindelijk gaf hij toe nadat Goebel voor een tweede keer een proefschrift had ingediend.


Bij de oprichting van de Rijksuniversiteit Leuven werd Goebel er inderdaad tot gewoon hoogleraar in de faculteit voor wis- en natuurkunde benoemd. Hij verzorgde er het onderwijs in de elementaire wiskunde, de beginselen van rekenkunde en algebra, de meetkunde, de analytische meetkunde, de vlakke en sferische driehoeksmeting, de hogere wiskunde (differentiaal- en integraalrekening), en de astronomie. Volgens het Conversations-lexikon richtte hij in 1820 een wiskundig seminarie op voor de studenten die zich voorbereidden op een onderwijsloopbaan. In dit seminarie behandelde hij zowel de zuivere als de toegepaste wiskunde. Daarvan is in de Annales Academiae Lovaniensis echter niets terug te vinden. Volgens het Conversations-lexikon was zijn onderwijs heel succesvol. Al na enkele jaren kon Goebel met voldoening vaststellen dat zijn studenten als leraar werden aangesteld in bijna alle middelbare scholen in België.


In het academiejaar 1823-1824 werd Goebel aangesteld tot Rector Magnificus van de universiteit.


Bij de Belgische Onafhankelijkheid verloor Goebel zijn aanstelling aan de Rijksuniversiteit. Hij keerde terug naar Baden, maar behield een wachtgeld van het Nederlandse Rijk, gelijk aan de helft van zijn salaris. Volgens het Conversations-lexikon verloor Goebel rond die tijd in de tijdspanne van één jaar zijn hele familie. Hij bleef actief als auteur van leerboeken. Op 25 september 1833 huwde Goebel met Marie Adelheid von Harrant (1803-1875).[3] In 1838 liet hij zijn naam veranderen in Goebel von Harrant. Na zijn overlijden behield zijn weduwe de helft van het wachtgeld.[4]


Op 26 augustus 1843 werd Goebel ereburger van de stad Baden-Baden wegens zijn verdiensten voor het schoolwezen.[5]


Publicaties


Referenties

  1. Biografie voornamelijk gebaseerd op de notitie in het Conversations-lexikon der Gegenwart (Leipzig, 1839), p. 451-452.
  2. Terry Pinkard, Hegel: A Biography (Cambridge University Press, 2000), p. 368
  3. Gabriele Wiechert, ""Im Dienste des Hauses Habsburg". Genealogie und Abstammung einiger badischer Amtmanngeschlechter – Neueste Erkenntnisse aufgrund von Durchsicht bisher ungesichteter Archivalien", op: Genealogischefunde.de, geraadpleegd op 17/08/2018.
  4. Zoals aangegeven in de jaarboeken Verslag der handelingen der Staten-Generaal
  5. Ehrenbürger im 19. Jahrhundert